Terug

Welk woord is het wederkerend voornaamwoord? [1]

Welk woord is het wederkerend voornaamwoord? [1]

 

Je hebt al geleerd dat subject pronouns de woorden in de zin zijn die aangeven wie de actie uitvoert

  • I make biscuits for my mother.
  • Ik maak koekjes voor mijn moeder.

Wie doet de actie? Wie maakt er koekjes? De ik-persoon, dus I.

Nu gaan we leren wat object pronouns zijn. Dat zijn namelijk de woorden in de zin die aangeven wie de actie ontvangt

  • I make biscuits for them.
  • Ik maak koekjes voor hen.
     
  • She is telling him jokes.
  • Zij vertelt hem moppen.

Wie ontvangt de actie? Voor wie worden er koekjes gemaakt? Voor them. Aan wie wordt er een mop verteld? Aan hen
Hieronder staan de object pronouns.
 

Enkelvoud    
mij = me
jou = you
hem = him
haar = her
het = it

 

Meervoud    
ons = us
jullie = you
hun/hen = them

De volgende zinnen zijn voorbeelden van zinnen met object pronouns.

  • It is nice to see all of you.
  • She wants to talk to them.
  • You should meet him.

In de volgende vragen staat steeds: "Which word is the object pronoun?" Dat betekent: welk woord is het persoonlijk voornaamwoord voorwerpsvorm? Om het makkelijker te maken kun je vragen: welk woord is het wederkerend voornaamwoord?