Terug

Are the sentences wrong or right?

Are the sentences wrong or right?

 

The cashier did not look too happy with his job. He has to sit behind the cash register all day. I pity him. I went to talk to him, and that cheered him up.


goed fout
De kassamedewerker leek niet al te blij met zijn baan.
Hij moet de hele dag zitten en mag met niemand praten.
Ik vind het sneu voor hem.
Ik ging met hem praten en dat vrolijkte hem niet echt op.